Beste Figuranten,
Vandaag vind ik jullie in Ieper. Ook de Westhoek weren jullie niet en opnieuw ben ik mij ervan bewust dat het jullie siert om minder vanzelfsprekende locaties in jullie werking op te nemen. Het psychiatrisch centrum stelt zich open voor jullie creatieve inbreng. Ook dat blijkt geen evidentie, zo hoor ik later van de begeleidster die het project intern verdedigt. Sarah en compagnon Tuur besluiten vanuit een gevoeligheid onder de deelnemers op zoek te gaan naar interessante beelden zonder herkenbare gezichten.
Samen zoeken jullie naar abstractie: schaduwen in het water geven de mogelijkheid om het hele lichaam in beeld te brengen. De zwarte kostuums zorgen voor een eenheid en rust in het beeld. Sarah legt de artistieke keuzes zorgvuldig aan iedereen uit, wat een betrokkenheid met het proces creëert.
Op zoek naar snelle bewegingen, balanceren jullie op de rand van het water. Het ritme vinden is een moeilijke oefening. Tuur begeleidt luidop: ‘rechts, links, rechts, links’, marcheren jullie langs de fontein. Zwarte silhouetten in algengroen. Het stromende water brengt luchtbellen naar de oppervlakte. Er worden referenties aangereikt naar Pina Bausch. Het is een training in lichaamsbewustzijn, zoeken naar bewegingen in de ruimte, rekening houden met elkaar, je eigen plaats vinden.
Aan de ingang van de psychiatrie staat een gele sculptuur die inspireert voor de opnames. Een organische vorm die aanzet tot kijken en reflecteren. Jullie mogen nu een manier vinden om met het lichaam in die sculptuur te haken. Er ontstaan mooie beelden, waarin een eigenheid en zachtheid schuilt.
Ten slotte vinden we ook hier Lopachin als rode draad van het verloren paradijs terug. Jullie leren hoe een persoon te heffen en te dragen met de groep: dat de heupen het zwaarste zijn, dat je de armen moet strekken en bij het neerzetten de benen eerst terug richting aarde.
Terwijl jullie op ontdekkingstocht gaan onder begeleiding van Sarah als choreografe en Tuur als cameraman, passeren op het terrein regelmatig mensen. Enthousiast roepen jullie: “Doe mee! ’t Is kunst enne!”.