Vandaag is er repetitie met een groep mensen uit de psychiatrie van Menen. Sarah Bostoen daagt hen uit met grote ballonnen. Ze heeft zich laten inspireren door een tekst van Beckett, waarbij twee personnages in vuilnisbakken zitten. Dit idee van een eigen wereld waarin ze leven, heeft ze artistiek vertaald naar het idee van de ballonnen die volledig over het hoofd getrokken kunnen worden. Er is ook een duidelijke link naar de eigen taal die ze in haar voorstellingen gebruikt: het opzoeken van het abstracte op een poëtische manier, een droomwereld oproepen, het bedekken van het hoofd als link naar de innerlijke gedachtenwereld. Op die manier leren de spelers ook op een nieuwe manier kijken, ze worden zowel fysiek uitgedaagd als mentaal uit hun comfortzone gehaald.

Op die manier leren de spelers ook op een nieuwe manier kijken, ze worden zowel fysiek uitgedaagd, als mentaal uit hun comfortzone gehaald.

In de opwarming gebruikt Sarah concrete metaforen om hen aan te zetten tot verschillende manieren van bewegen, vb. hoe beweeg je in het water? Hoe loop je over hete kolen? Hoe verplaats je je tussen de wolken? Deze beelden zetten de spelers aan om hun fantasie te laten werken en dit laat zich ook zien in de lichaamstaal.

Ook bij Sarah merk ik dat ze steeds aandacht heeft voor ideeën van de spelers, ze pikt op waarmee kan gewerkt worden en geeft grenzen aan wanneer er geluisterd moet worden. Het is steeds een zoeken naar evenwicht.