Gedurende enkele weken komen de leerlingen van OKAN Menen samen in de zaal van cultuurcentrum De Steiger en in de repetitieruimte van De Figuranten afwisselend. Ze maken kennis met de ruimte, het podium, ze leren de betekenis van de coulissen en beginnen aan de voorbereidingen voor hun eigen moment voor het publiek.
Elke week werken ze in vier verschillende groepen rond thema’s die verbonden zijn aan het werk van beeldend kunstenaar Panamarenko. Daarbij denken we aan vliegen en ‘vliegen’ doet denken aan Icarus, de mythologische figuur die zich verbrandde aan de zon en als een gevleugelde held neerstortte. De jongeren zoeken naar beelden die bij het verhaal aansluiten en leren daarbij ook enkele circustechnieken die hen helpen om elkaar te kunnen optillen in de lucht.
Het proces is als een puzzel waarbij de stukjes uit de verschillende repetities hun plaats naast elkaar dienen te vinden.
Via Icarus komen ze terecht bij de luchthaven als plaats van vertrek en afscheid, van snelle tussenruimte waar een menigte mensen elkaar continu kruist op weg naar een nieuwe bestemming. Via improvisatie oefeningen leren ze te bewegen in de ruimte zonder te botsen, ze variëren in ritme tussen versnellen en vertragen, stilstand en beweging. Ze observeren de vliegtuigborden of houden halt voor een denkbeeldige koffie. Valiezen in verschillende maten en kleuren rollen over de scene en het blijft zoeken naar een geordende chaos. In het midden van de scène gaat een jongen zitten en vouwt geconcentreerd witte papieren, die hij als vliegtuigjes het publiek in stuurt.
Het proces is als een puzzel waarbij de stukjes uit de verschillende repetities hun plaats naast elkaar dienen te vinden. Met deze samenwerking haalt De Figuranten opnieuw een heel diverse groep mensen in huis: met verschillende culturele achtergronden en talen. Het feit dat ze het Nederlands nog niet helemaal machtig zijn, is een uitdagende factor en tegelijk opent het werken met bewegingstaal ook nieuwe communicatiemogelijkheden voor de jongeren.