DeFiguranten brengt vanavond tijdens Winterwerk drie voorstellingen van verschillende makers.
Voor aanvang verzamelen de bezoekers zich in de inkomhal, waar bij een drankje kan bijgepraat en gespeculeerd worden over wat er vanavond te zien is. Hein Mortier, man des huizes, spreekt iedereen toe en belicht de verschillende onderwerpen waar ze met De Figuranten aandacht voor hebben op dit moment. Zo kadert hij het belang van de organisatie ook in wat maatschappelijk speelt en geeft hij een stem aan het nieuws van de cultuurbesparingen. Als sociaal-artistieke organisatie staat DeFiguranten rechtstreeks in contact met wat er hapert bij een groep mensen die in een kwetsbare positie zitten enerzijds en die vol talent en goesting zitten om samen te creëren.
Dat belangrijke debatten hier naar voor komen is een vaste grond van de organisatie. Vandaag is dat bij de eerste voorstelling van Arnaud Rogard het thema van genetische en artistieke manipulatie, gekaderd in het Bloedtestproject in samenwerking met Museum Dr. Guislain Gent. Arnaud, danser met het syndroom van Down, staat alleen op scène. De voorstelling vertrekt vanuit existentiële vragen rond het opsporen van het syndroom van Down tijdens de zwangerschap. Ouders kunnen vandaag bij die vaststelling beslissen een kindje niet te laten geboren worden. We kunnen ons daarom afvragen of we de laatste generatie mensen met het syndroom van Down kennen. Een onderzoek waar heel wat ethische vragen bij komen.
De eerlijkheid in het spreken van Arnaud Rogard alsook de professionaliteit in zijn dansbewegingen, maken hem tot een authentiek performer.
Ouders kunnen vandaag na een NIPT test beslissen een kindje niet te laten geboren worden. We kunnen ons daarom afvragen of we de laatste generatie mensen met het syndroom van Down kennen. Een onderzoek waar heel wat ethische vragen bij komen.
Arnaud neemt ons vanavond in Transhuman vooral mee in zijn eigen universum, hij staat alleen op scène en voert een tekst op van theaterauteur Paul Pourveur die speciaal op zijn lijf werd geschreven. Hij brengt een wetenschappelijk verhaal over de evolutie van cel tot mens op een manier die heel toegankelijk is. Zijn personage met pruik en zwarte bril heeft een zekere superster allure die tegelijk absurd en humoristisch is. De eerlijkheid in het spreken van Arnaud Rogard alsook de professionaliteit in zijn dansbewegingen, maken hem tot een authentiek performer. We lezen ook vooral zijn persoonlijkheid tussen de lijnen van een steeds groter wordend universum, van eencellig naar meercellig, van levend organisme tot mens en verder geëvolueerde vormen. De blackbox sluit zich met de glimp van wat een buitenaards wezen zou kunnen zijn.
Aansluitend volgt de tweede voorstelling, waarbij we luisteren naar tekst van en door Ann Cael. In opdracht van DeFiguranten schreef ze op enkele weken tijd een bundel teksten samen. Deze gedichten vertrekken vanuit het thema toekomstdenken. Hoe ziet Ann Cael zichzelf in de toekomst? De verschillende gedichten getuigen van een heel eigen stijl, een originaliteit in de manier waarop ze zichzelf meervoudig laat spreken over diverse ‘Ann Caels’. Tegelijk plaatst ze zich tegen de achtergrond van de kosmos. Met de live soundscape van Stefaan Vanhaute op de achtergrond, kan je bijna niet anders dan je ogen sluiten en af en toe heel nieuwsgierig terug opendoen tussen de teksten door om te kijken naar die straffe Ann, die daar helemaal verdiend staat als huisdichter van DeFiguranten.
Ik luister naar de stad en ik schrijf.
— Ann Cael
De derde voorstelling is het werk van drama-studenten van Luca school of Arts. Zij deden observaties in het Psychiatrisch Centrum van Menen en lieten zich zo inspireren tot de creatie van dit stuk. Ze nodigden daarbij een aantal spelers uit van het Open Atelier, waar iedereen op woensdagavond bij DeFiguranten welkom is om samen te acteren. We krijgen van bij het beginbeeld een duidelijke sfeerschepping van een cafetaria waar mensen met schijnbaar totaal verschillende karakters verspreid zitten. Hoewel ze afstand houden in de ruimte, blijkt de verbinding uit de manier waarop ze koffie delen en elkaar nauwgezet in de gaten houden. Elk vullen ze ondertussen hun tijd op een manier in die een stukje blootlegt over zichzelf: de ene al rokend, de andere legt een puzzel, terwijl nog een ander cd’s beluistert of alles wat te vinden valt in een vuilniszak verzamelt.
Het ene grappige tafereel volgt op een nog absurder gesprek. Op een subtiele en liefdevolle manier zit de voorstelling vol hilariteit. Nergens voelt het als lachen met; maar lachen om, lachen om hun willekeurig samenzijn, hun kleine irritaties en de troost die ze vinden bij elkaar, net omdat ze daar samen zijn. Als kijker hoop je stiekem ook een kopje koffie aangeboden te krijgen en heel even één van hen te zijn. Een ontroerend en toegankelijk theaterstuk dat vraagt om het zaallicht van nog meer speelplekken.
Winterwerk voelde opnieuw als een creatief haardvuur om je vanbinnen stil aan op te warmen, dank!