Er wordt gezocht naar concreet materiaal voor de voorstelling, voorbij de inleidende en aftastende workshops. Er komt aandacht voor de publieksopstelling: stoelen staan tegenover elkaar aan beide kanten van de scène.

Kostumering: lange jassen, in onderlijfje/t-shirt
Belichting: 3 grote spots
2 micro’s op statief en pepiters

De opwarming geeft jullie de tijd om te landen in het theater. Hein spreekt de verbeelding aan met een verhaal over een wandeling in een grote stad. Om beurten komen de spelers iets in de micro zeggen dat ze waarnemen in die denkbeeldige straten. Er is aandacht voor elkaar en wat gezegd wordt, de klemtoon ligt op het leren om gericht naar het publiek toe te spreken.

In een tweede oefening worden de spelers gevraagd een omschrijving te geven van de straat waar ze liefst gewoond hebben. In de aansluitende improvisatie is de opdracht een beeld in woorden te gieten van iemand die je graag ziet, op basis van een foto in het hoofd. R. gebruikt poëtische taal. Alle spelers gaan vlot mee in de opeenvolgende opdrachten en er ontstaan meteen heel mooie teksten. Hein moedigt aan “Goed, heel schoon, het gaat goed!”.

Er is aandacht voor elkaar en wat gezegd wordt, de klemtoon ligt op het leren om gericht naar het publiek toe te spreken.

Tuur filmt close-ups van het gezicht, de focus ligt op de inleving in een bepaalde emotie. Door persoonlijk met de speler voor de camera te praten, slaagt hij erin om vertrouwen te wekken en de gewenste emoties naar boven te brengen. De resultaten van zijn werk zijn telkens indrukwekkend en beklijvend. Ze vormen door de nadruk op gelaatsexpressie een mooie aanvulling op het werken met theaterteksten.

Tamara laat iedereen een bekend persoon uit het verleden kiezen en vanuit de keuze van dat personage improviseren de spelers over een geliefde. Het eindresultaat is uiteindelijk iets ludiek: als hoofd van een standbeeld communiceren de verschillende personages met elkaar. Visueel vormen ze één beeld doordat hun lichaam tot aan de kin met een wit laken bedekt is.