De Figuranten bouwt in BUSO school De Pinker aan Maandamano. Wij babbelen met Fotograaf-danser Tuur.

Fotograaf-danser Tuur Uyttenhove en danser Hendrik Lebon maken met de jongeren van Groep 14 een dadaïstische parade. Op het ritme van een eigen soundtrack zullen zij in de lente door het Woonzorgcentrum van Poperinge trekken.

Kan je je eigen praktijk even schetsen?Ik heb de dansopleiding in Tilburg en een mimeopleiding in Antwerpen gevolgd en kort daarop ben ik vooral bezig geweest met straattheater, bij Teater Excess in Gent. Na een tijdje was ik klaar voor iets nieuws en heb ik me gestort op fotografie, wat ik mezelf heb aangeleerd. Eenmaal je met kunst bezig bent, maakt het medium niet veel meer uit: je hebt een voeling die je kwijt wil in een esthetiek. De rest volgt. Op dat moment hielp fotografie me om mijn ei kwijt te kunnen, gezien ik ook behoorlijk wat blessures had. Zes jaar geleden ontdekte ik dan de wereld van het burlesque: dat is wat komischer, maar ik kan er enorm veel creativiteit en fantasie in kwijt, terwijl ik in fotografie vooral de donkerte opzoek. Dat typeert me, en dat is ook fijn aan de trajecten in Poperinge. Ik combineer er donker en licht. Eigenlijk schiet ik veel verschillende kanten uit, zolang ik bezig kan zijn: ik maak sinds kort ook muziek, ‘saunamuziek voor aliens’ (lacht).

Je werkt nu ook samen?Ja, met Hendrik Lebon. We kennen elkaar van de opleiding in Tilburg. Hij is danser, acteur en maker en doet altijd heel veel projecten door elkaar. Hij is niet bang om buiten de black box te treden, wat enorm dankbaar is. Hij is heel erg rustig, een goeie tegenpool voor mijn hyperkantje. Hendrik brengt ook veel fantasie mee. Hij gaat helemaal mee in alles wat je kan geven. Onlangs maakten we een ‘grot’ in Poperinge, met wat toneeldoeken. Dan is een Hendrik die dat vanzelfsprekend vindt erg mooi voor de jongeren.

We toveren het wereldbeeld dat zij willen zien.

Nu maken jullie een voorstelling bij BUSO school De Pinker?Vanuit hun afdeling 3WEG was er vorig jaar een project rond poëzie in samenwerking met De Figuranten. Omdat dat heel erg meeviel, kwam de vraag om ook een voorstelling te maken met een andere groep. De begeleidster, Griet, is daarin een enorme steun. Het verloopt allemaal heel vlot, en dat hebben we te danken aan haar enthousiasme. Ze gaat in alles mee, durft groots te denken en is zo een welgekomen schakel tussen ons en de jongeren. We werkten wel in een iets minder mooie ruimte; een oud ziekenhuis. Gelukkig is er de vrijheid en de fantasie om ook daar mee om te gaan. We trekken de gang op. Op die manier is het idee voor de voorstelling eigenlijk gegroeid. Aan de overkant is er een woonzorgcentrum, wat me deed nadenken over de tristesse die die mensen de afgelopen jaren hebben gezien. Dus dan zitten we daar plots met twee groepen die we kunnen samen brengen. Daarom maken we een stoet, die een beetje kleur brengt en uit de ruimte treedt.

Veel ruimte en vrijheid

Hoe begon je aan dat idee?Ik heb het gevoel dat deze spelers – jongeren met een mentale beperking – vaak niet echt naar hun wereldvisie worden gevraagd. Toen ik daarover nadacht, ben ik beginnen te spelen met dadaïsme en het idee van tovenaars uit volksstammen. Dat schept de mogelijkheid om een wereld te toveren die zij willen zien. Dat klinkt misschien heel licht, maar dat is echt heel mooi om te zien. Dus we gaan hen de straat op sturen en aan de mensen in het woonzorgcentrum proberen tonen hoe zij de wereld zouden willen veranderen. En dat allemaal door het te toveren, met kostuums te spelen,… Daar zie je mijn achtergrond in burlesque wel, ik ben een een man van de kostuums. Dat creëert een transformatie, iets waar ik graag mee werk en wat veel verbeelding op gang brengt.

Hoe kom je erop om dadaïsme te gebruiken bij die jongeren?Ik had altijd al een fascinatie voor gekkigheid en transformatie – ooit heb ik een modecollectie van maskers ontworpen – maar het is ook een manier om een heel diverse groep bij elkaar te brengen. Deze groep is enorm verscheiden, ook wat betreft de uitdagingen als maker. Sommige spelers hebben meer voeling met spreken, anderen zijn sterker in bewegen. Dat zijn twee heel andere manieren van spelen, en in mijn onderzoek wilde ik die twee elementen echt samenbrengen. Transformatie is de brug daartussen. Ergens komt dat ook van mijn bredere werk als procesbegeleider binnen De Figuranten. Niet toevallig heet de voorstelling die we nu maken Beautiful Monster, en tijdens een ziekteperiode heb ik de repetities begeleid. Toen werkte ik met de spelers van het open atelier rond het transformeren naar een wolf of een monster: dat zijn dingen die ik natuurlijk wel meeneem naar andere projecten. Dat is fijn aan zo’n inspirerende omgeving.

Achter alles zit een diepere emotie

Hoe breng je dat dan aan?Op een bepaalde dag maakten we bijvoorbeeld dus die grot met lakens, en gaven Hendrik en ik voorbeelden van dingen die we graag in de wereld zouden toveren, waarna we het woord aan hen gaven. Iemand wilde graag muziek toveren, iemand wilde de meester doen stoppen met zeuren – ook dat is de max. Natuurlijk moet je dan verder kijken dan hetgeen wat ze dan zeggen, maar er zit wel ergens een diepe emotie achter die de motor voor meer kan zijn.

We hebben wel ideeën over wat we willen doen, maar je wil toch ook een openheid behouden voor als er iets onverwachts magisch gebeurt. Je wil daarop kunnen inspelen. Kunst is niet zeven sessies op voorhand vastleggen.

Je hebt intussen al wel wat sessies gedaan met deze jongeren, hoe is jullie dynamiek gegroeid?In het begin was het vooral een grote uitdaging omdat ik met heel wat tekst wilde beginnen. Deze groep bestaat uit personen tussen de veertien en de zevenentwintig: dat creëert uiteraard heel wat uitdagingen. Het was dan ook gigantisch belangrijk voor mij om hun vertrouwen geleidelijk aan te winnen. In het begin zou er een andere coach zijn, die door omstandigheden niet meer mee kon werken. Dat compliceerde onze band natuurlijk, maar het is dan aan mij als coach om dat vertrouwen terug te krijgen.

En hoe vind je dat vertrouwen?Door hen simpelweg te behandelen als doordeweekse spelers. Ze zijn niet anders dan anderen, en het is ook niet fijn om zo naar hen te kijken. Het is belangrijk om in alles wat ze je aanreiken mee te gaan en in te pikken. Zo is er een speelster die geobsedeerd is door liefde en verliefdheid – fantastisch, toch? Dat is een kans om het eens over dat thema te hebben! Tegelijkertijd is het belangrijk om focus te leggen op wat ze graag willen doen, wat ze kunnen en vooral niet op wat ze niet kunnen. Ik denk dat deze groep al veel te vaak hoort dat ze zogezegd iets niet kunnen. Een andere deelnemer is bijvoorbeeld niet zo bezig met theater, maar kan fantastisch mooi zingen en tekenen. Ideaal toch – we maken met haar gewoon een mooie soundtrack, zij tekent de poster. Waarom zou je haar uitsluiten of tot iets anders dwingen? Dat is het foutste wat je kan doen. Niemand wordt graag tot iets verplicht, maar je kan wél mensen triggeren en iets nieuws over zichzelf doen ontdekken door samen te zoeken naar wat hen typeert. Daarom bekijken Hendrik en ik alles ook week per week. We hebben wel ideeën over wat we willen doen, maar je wil toch ook een openheid behouden voor als er iets onverwachts magisch gebeurt. Je wil daarop kunnen inspelen. Kunst is niet zeven sessies op voorhand vastleggen. Je raakt geïnspireerd door objecten of gebeurtenissen rond je. Op een dag zijn we de tuin van de school ingetrokken en hebben we bloemen en planten vastgemaakt aan bivakmutsen. Plots wandelt er iemand op je af met een tak van 3 meter – tuurlijk is dat onpraktisch, maar echt afbreken heeft geen zin. Je moet openstaan voor wat er gebeurt als je daar iets mee probeert te doen. Vorige week nog hebben we gedaan alsof we door de gangen vlogen, en de dingen waar die gasten dan mee afkomen… Dat koester je. Dat moét je koesteren. Iemand zei dat hij langs vulkanen was gevlogen, echt fantastisch. In principe zijn de deelnemers botsauto’s, en Hendrik en ik zijn de bumpers aan de rand. We laten hen, binnen bepaalde grenzen, in het wilde weg uitproberen en fantaseren. En we bevestigen wat we zien.

Zijn er dingen die je meeneemt naar je eigen leven en praktijk?Sowieso zou ieder mens baat hebben bij de onbevangenheid waarmee ze leven. Daarnaast kijk ik echt op naar de fantasie en de je m’en fous attitude waarmee ze dingen aandurven. Ik wens mensen dat ook toe: durven spelen, durven gaan, durven amuseren.

Lees ook de babbel met Griet Opsommer van BUSO school De Pinker

"Het is ook fantastisch om te zien hoe de stille leerlingen toch degenen zijn die hier van opleven en niet enkel de grote monden."

Lees meer